Geen Gastheer voor Corona

Door: Jaap Starkenburg, 26 maart 2020

Als bioloog ben ik geïnteresseerd hoe nu dit onbekende virus landelijk en in de wereld tot staan kan worden gebracht. De tijd van nu doet sterk denken aan mijn eerste jaar bij IJssellandschap in 2001, toen in deze regio de MKZ was uitgebroken onder rundvee. Ook toen geen groepsbijeenkomsten en isolatie, maar toen ging het om vee, nu gaat het om onszelf als mensen. Welke lessen zijn te leren van de uitbraken van veeziektes van de laatste 25 jaar. Daarvoor Frits Pluimers gebeld, oud directeur veterinaire dienst van het ministerie van LNV ten tijde van varkenspest in 1997, MKZ in 2001 en vogelpest in 2003.

Frits Pluimers: Bij de uitbraak van de “mond en klauw zeer” epidemie was ons beleid erop gericht om de haard(en) op te ruimen en vervolgens vee te vaccineren in een brede ring daaromheen. Helaas brak de ziekte ook buiten die ring uit en toen is het drastische besluit genomen om in de driehoek Zwolle – Deventer – Apeldoorn alle gevoelige dieren (runderen, schapen, geiten en varkens) te vaccineren. Consequentie daarvan was dat (met de toen bestaande regelgeving , berustend op wereldwijde afspraken) het later toch nodig was om die gevaccineerde dieren alsnog af te maken. Indien besloten was de dieren te laten leven, dan waren de gevolgen voor de hele Nederlandse export van dieren en dierlijke producten te groot, hetgeen economisch niet verantwoord was. Sindsdien zijn de internationale regels echter aangepast met als consequentie dat gevaccineerde dieren bij volgende uitbraken van MKZ of varkenspest wel kunnen blijven leven.

De biologische gang van zaken bij infecties met virussen is bij dieren en mensen hetzelfde. Virussen leven maar kort buiten een lichaam en hebben gastheercellen nodig om zich te vermenigvuldigen. Virussen zijn heel raadselachtige pakketjes met ingepakte genetische informatie die de gastheercel aanzetten tot vermenigvuldiging van de virusdeeltjes, waarbij de cel vernietigd wordt. Vervolgens moet het virus een nieuwe cel vinden. Het lichaam reageert op een infectie met de vorming van antilichamen tegen het virus. Als er voldoende antilichamen zijn gevormd stopt de vermenigvuldiging van virus in de cellen. Het lichaam van een mens ,waarin antilichamen gevormd zijn kan niet meer worden geïnfecteerd door hetzelfde of een ander sterk verwant virus. Die persoon is dus immuun.

Frits Pluimers: het is zaak om het virus uit te laten doven. Dat kun je op twee manieren bereiken:

  1. door isolatie en/of
  2. door de bevolking immuun te maken

Als je ervoor zorgt dat een besmette persoon geen contact kan krijgen met onbesmette mensen dan kan het virus niet naar een ander overspringen, maar gaat het door de antilichamen die het lichaam vormt bij die persoon dood. (binnen blijven, afstand houden, handen wassen, ontsmetten van oppervlakten etc. zorgen daarvoor bij dit virus). Dit is dus isolatie. Isolatie helpt echt, maar het is heel lastig 100% isolatie te bewerkstelligen.

De bevolking immuniseren kan voor een aantal bekende virusziekten en het werkt perfect als de vaccinatiegraad maar hoog is. Het virus vindt dan geen gevoelige personen. Daardoor stopt de infectie. Voor dit virus is er echter geen vaccin. Immuniteit wordt bij het Coronavirus alleen bereikt na doormaken van een infectie.

De maatregelen die onze overheid nu neemt zijn hierop gericht: beperk besmetting en zorg dat het virus langzamerhand uitdooft, doordat het geen schone gezonde gastheer aantreft. Zo lang we ons strikt houden aan de isolatie regels is dat een goede aanpak, maar wel een zaak van lange adem.

Nieuwsbrief