Werken bij IJssellandschap: balans tussen denken en doen
Bij IJssellandschap werken twintig mensen: tien op kantoor op De Haere in Olst en tien in de buitendienst vanuit de werkplaats in Schalkhaar. Daarnaast is er altijd wel een aantal stagiairs. De stichting beheert haar natuurgronden, bos, landbouwgrond, gebouwen en doet dat niet alleen beleidsmatig, maar vooral ook praktisch. Zo blijven de medewerkers nauw verbonden met het werkveld en de natuur. Een van de jongste aanwinsten in het team is Tom, die sinds juli 2024 als terreinmedewedewerker aan de slag is.
Tom: “Het is belangrijk om mensen naar buiten te halen en ze dichter bij de natuur te brengen”.
Van stagiair naar medewerker
Tom (22) heeft altijd al een sterke band met de natuur gehad. Zijn opleiding MBO Bos- en Natuurbeheer bracht hem eerder als stagiair bij IJssellandschap. Dat beviel van beide kanten zo goed dat hij na zijn afstuderen via de sollicitatieprocedure werd aangenomen. “Heel eerlijk: het is niet makkelijk om ergens binnen te komen zonder ervaring. Ik heb hiervoor 6 maanden bij een boomkwekerij gewerkt, maar de manier waarop een stichting werkt past beter bij mij. Hier draait het niet alleen om snelheid en winst voor een individu, maar om een breder maatschappelijk doel: het landschap verbeteren.”
Natuurbeheer met visie
IJssellandschap werkt met een langetermijnvisie waarin natuurbeheer en landbouw samen gaan. Tom waardeert die benadering: “Balans is het sleutelwoord. We moeten leren van het verleden en tegelijk vooruitkijken. Biodiversiteit verbeteren is een belangrijk doel. Klimaatverandering kunnen we niet zomaar keren, maar met slimme keuzes kunnen we wel bijdragen aan een biodiverser landschap. Ik vind dat we daar als IJssellandschap echt in voorop lopen.”
Die balans geldt ook voor de manier waarop IJssellandschap met beheer omgaat. “Soms lijkt het of we zomaar een boom vellen, maar daar zit altijd een idee achter. Niet alleen het bosbeheerplan, maar ook de wijze waarop de boom wordt geveld. Bijvoorbeeld door bomen zo om te zagen, dat jonge aanplant eronder zo min mogelijk beschadigd raakt. Dat kost meer tijd, we halen bijvoorbeeld alle takken er eerst af voordat de stam wordt weggesleept, maar het is beter voor de natuur.”
lees verder onder foto

Kritisch blijven en blijven leren
Tom ziet dat er altijd verschillende meningen zijn over natuurbeheer, zowel binnen de stichting als bij het publiek. “Soms vragen mensen zich af of we wel de juiste keuzes maken. Dat is logisch en die nieuwsgierigheid is goed, zolang het maar leidt tot vragen en gesprekken en mensen niet met vooroordelen blijven rondlopen. Ik vind het belangrijk dat we flexibel blijven en ons beheer waar nodig proefondervindelijk kunnen bijsturen. Wat vijf jaar geleden de beste keuze leek, kan nu met nieuwe inzichten toch anders zijn.”
Vrijwilligers spelen voor Tom ook een belangrijke rol. “We hebben een aantal echt waardevolle wat kleinere projecten. Zonder de vrijwilligers zouden we die nooit kunnen doen. Laatst hebben we jonge lariksen en douglassen verplaatst van een plek waar we inheemse loofsoorten willen laten groeien, naar een locatie waar ze wél gewenst zijn en ook veel kans maken om groot te groeien. Financieel zou dat met eigen mensen nooit uit kunnen, maar dankzij de inzet van vrijwilligers lukt het wel.”
De mens en de natuur
Naast het beheer van de natuurgebieden is ook het in standhouden van de recreatieve voorzieningen onderdeel van het werk. Tom: “het is belangrijk om mensen naar buiten te halen en ze dichter bij de natuur te brengen. Je kan de natuur wel aldoor willen beschermen maar wandelen door het bos geeft een heel ander gevoel dan door de stad lopen. Mensen voelen zich dan weer meer verbonden met de natuur en hechten er meer waarde aan. Daarom onderhouden we echt heel veel paden, maar sluiten we er soms ook een aantal af om de natuur te beschermen. Het blijft zoeken naar de juiste balans.”
En het is ook belangrijk om blijven uit te leggen waarom je dingen doet. “Neem het bladblazen op de paden. Mensen zien dat en denken: waar is dat nou goed voor, met die machine? Snap ik, het ziet er ook soms nogal nutteloos uit. Maar als je het niet doet, worden de paden door de oude bladerlaag steeds modderiger, gaan ze door al die extra voeding begroeien en worden ze op termijn slecht begaanbaar. Hetzelfde geldt voor maaien van de natuurgebieden, dat is echt nodig want anders wordt alles pitrusveld (red: soort stug gras) of bos, en dat komt de soortenrijkheid niet ten goede. Als ik het uitleg, begrijpen mensen het vaak wel. Maar dat is precies het punt: vertrouwen dat we het goede doen en communicatie zijn van elkaar afhankelijk.”
Met beide benen op de grond
Wat Tom zo mooi vindt aan IJssellandschap, is de combinatie van beleid en praktijk. “Er worden niet alleen plannen achter een bureau bedacht, maar we voeren ze ook zelf uit. Natuurlijk besteden we werk uit, maar we staan als stichting letterlijk met beide benen op de grond, met de handen in de klei- en zandbodem. Zo kun je ook echt in de praktijk goed zien wat wel werkt en wat niet en daar beleid op maken, niet andersom”
Het blijft natuurlijk een strijd tussen efficiëntie en natuurvriendelijkheid, ook daar moet je evenwicht in vinden. “Maaien met de zeis is natuurlijk prachtig en diervriendelijk maar met al die gebieden, daarvoor is tijd te schaars en kostbaar. We willen natuurvriendelijke machines, maar dat vraagt investeringen. Soms moeten we roeien met de riemen die we hebben. We hebben geen grote budgetten zoals andere organisaties ze wel soms kunnen besteden, maar we experimenteren en zoeken naar slimme oplossingen. Bijvoorbeeld door technieken uit het verleden, zoals onze oude grondploeg, efficiënter te maken. “
Liefde voor de natuur
Voor Tom is er geen twijfel mogelijk: hij zit nu goed bij IJssellandschap. “Het mooiste werk? Plantwerk: bomen, heggen. Daarmee voeg je echt nieuw leven toe. Het voelt goed om bij te dragen aan iets dat blijft groeien en bloeien, en waar toekomstige generaties van kunnen genieten.”
Met een glimlach besluit hij: “Ik werk hier nu al zeven maanden, dat zegt genoeg dat ik het hier naar mijn zin heb.”
