Geschiedenis

Geschiedenis van Boxbergen-Lankhorst

Het huis Boxbergen kent een rijke historie: Reeds in 1344 wordt het huis in leen gehouden door een zekere Hendrik van Dorth. Hierna komt het in bezit van een Zutphens edelman, Berend Hadeking. Tegen het einde van de 14e eeuw verkeerde deze Hadeking in onmin met de stad Deventer, getuige de versterking van de havezate Boxbergen en ‘die vrede van Hadeking’ in 1394. (Een havezate was een groot huis, dat eigendom was van een vrije ridder). De Boxbergse goederen omvatten in die tijd behalve het huis Boxbergen en de Lankhorsterkamp ook de Hof te Hengvorden, de Rodekolk, het goed Ten Olt en het erf Sogebrink.

Lange tijd was het huis in het bezit van de familie Ripperda. In de jaren 1650-1653 werd het huis, nadat het voor de tweede maal was afgebrand, mooier herbouwd. Volgens de overlevering telde het huis toen zeven gevels en had de bouwmeester het voorzien van ‘zovele vensters als men dagen in het jaar telt’. Het was daarmee een van de grootste huizen van Salland. De laatste Ripperda stierf kinderloos in 1678.
Het huis ging hierna diverse malen over in andere handen. In 1821 werd het ter sloop aangeboden en gekocht door de Deventer leerlooier Lamberts. In 1903 ging het over op de kinderen van Martinus van Doorninck. Twee van deze kinderen bouwden in de jaren dertig elk een eigen huis op het terrein, namelijk: de Ossebosch en de Lankhorsterkamp.’

In 1951 werd het landgoed Boxbergen samen met De Lankhorsterkamp verkocht aan de Verenigde gestichten respectievelijk de stichting het Burgerweeshuis en Kinderhuis te Deventer. Het huis Boxbergen zelf werd vrijwel gelijk doorverkocht en is thans eigendom van een particulier. Ook Het huis De Lankhorstkamp is verkocht, zij het op erfpacht.