4. De Veluwse Bandijk

De dijk waar we nu op lopen heet de Veluwse bandijk. Deze dijk loopt van Klarenbeek (ook wel de bomendijk genoemd) tot voorbij Hattem. De dijk is niet in één keer aangelegd. In de Middeleeuwen werden steeds kleinere stukken toegevoegd om het gebied tegen water te beschermen. Op 31 oktober 1370 gaf hertog Eduard van Gelre een zogenoemde dijkbrief uit. Hierin werden de rechten en plichten van het onderhoud van de dijk vastgelegd.

De brief had specifiek betrekking op het deel van de dijk tussen Hulsberghe an den Berghe (het huidige Hulsbergen bij Heerde) en Mudinghes Hecke. Vermoedelijk verwijst deze laatste naam naar het tolhek bij Meermuiden, dit is waarschijnlijk de oudste bekende vermelding van Meermuiden.

De dijk “bande” het water. Het woord ban betekent in deze context echter ‘verbod’ ofwel ‘in de ban doen’. In de dijkbrief beschreef de hertog voorwaarden om de dijk te beschermen: bepaalde handelingen werden verboden. De ingelanden (de lokale bewoners) moesten zelf zorgen voor het onderhoud van hun stuk dijk. Om toezicht te houden werd een Dijkstoel ingesteld. Dit was een bestuursorgaan bestaande uit een dijkgraaf en vijf heemraden, een uit elke parochie (kerspel).

De Dijkstoel hield toezicht op het onderhoud en sprak recht bij geschillen. Dit systeem geldt als de voorloper van het huidige waterschap. Een bijzonder detail: in ieder geval drie bewoners van Landgoed de Dijkhof zijn in het verleden dijkgraaf geweest.