(Verhalenpaal 10, Bolwerksweg Deventer)
Aan de keukentafel met het mooiste uitzicht op de skyline van Deventer vertellen Niels, Job en vader Arnold met enthousiasme over hun boerderij de Johannahoeve in de uiterwaarden. Vader en de B(r)oertjes Klunder, een mooi stel. Met vriendin Sabine, moeder Toke en de rondscharrelende kleine Julia is het een gezellige drukte. Kortgeleden is de bedrijfsvoering officieel overgegaan van regulier naar biologisch, ook met het oog op de opvolging van vader op zoons. Ze vertellen hoe ze dat hebben ervaren, over de rol van IJssellandschap en wat hun toekomstdroom is.
Melkvee en Akkerbouw
120 koeien en jongvee staan er op de Johannahoeve en daarnaast is er een akkerbouwtak met (winter)veldbonen, mais en tarwe. De boerderij is, na ooit een gedwongen bedrijfsverhuizing, nu zo’n 80 jaar in het bezit van de familie. Het grootste gedeelte van de grond wordt gepacht van IJssellandschap. Momenteel wordt de oude stal vervangen door een nieuwe melkveestal met melkrobot. Arnold: ‘kijk, ik strooide al minder kunstmest en spuiten deed ik bijna nooit, maar ik zag de bodem wel achteruit gaan. Geleidelijk aan beseften we ons; biologisch moet het worden. We zijn blij dat we dit met elkaar hebben besloten voor de toekomst van het bedrijf. Geen gemakkelijke weg, maar het past goed bij de B(r)oertjes Klunder’.
Omvorming en rol IJssellandschap
Niels: ‘We hebben begin dit jaar de SKAL certificering (zie kader) ontvangen en zijn nu officieel biologisch. Vooral het laatste half jaar was pittig. De koeien moeten al biologisch bijgevoerd worden, terwijl de melkprijs nog regulier en dus ruim 10 cent per liter lager is. En je hebt echt veel grond onder je bedrijf nodig, en grond is duur’.
IJssellandschap staat voor biodiversiteit, vitaal bodembeheer en toekomstbestendigheid en stimuleert pachters die de overstap willen maken naar biologisch. Arnold beaamt dat: ‘Gelukkig staat IJssellandschap achter ons. De stichting ondersteunt de overgang financieel met een pachtkorting. Dat maakt het aantrekkelijker, dat vind ik mooi’. Niels vult aan: ‘Ja, en met Gerben (landschapsbeheerder IJssellandschap) hebben we afgesproken dat we de grond aan de Lazaruskolken, een natuurgebiedje aan de Wilpsedijk, in bruikleen krijgen. Dat levert gras voor onze koeien en wij doen in ruil daarvoor het natuurbeheer. Daarnaast kunnen we een koppeltje jongvee hier laten weiden. Dat is ook een mooi plaatje, die koeien zo langs de kolk’.
Pionieren
De omvorming is voor reguliere boeren ook vaak een kwestie van pionieren. Niels: ‘Het scheelde al wel want we hebben vorig jaar voor het eerst 6 ha gemengd tarwe (energie) en veldbonen (eiwit) gezaaid. Dat was een succes. Hiermee hebben we bijna geen krachtvoer hoeven aankopen. Maar het drogen, voordat het in de silo ging, was een hele klus. Want hoe doe je dat? Uitbesteden kost te veel geld. Dus: Uitrijden op de voerplaats, dagelijks omharken met een krabbertje, niemand wist precies hoe het moest. Bleek dat we het toch iets te vroeg van ’t land af hadden gehaald, waardoor er veel vochtige melde in zat. Tsja, al doende leer je. Volgend jaar gaat het weer een stuk beter, al blijf je afhankelijk van de omstandigheden’.
Waardering en uitleggen
B(r)oer Job: ‘Je krijgt als biologische boer meer waardering. Da’s mooi. We vertellen graag over het bedrijf en de omgeving. We zijn actief op het gebied van natuurbeheer, zoals met de boerenlandvogels en recent het nieuwe plasdrasgebiedje, en sluiten aan bij publieksinitiatieven zoals de IJsselbiënnale. Ook zoeken we nu naar een manier om onze biologische melk te verzuivelen en lokaal af te zetten’.
Niels: ‘Mensen zijn kritisch, je moet wel steeds meer uitleggen. Ik heb recent een veldspuit gekocht waar we biologische bacteriën indoen. We zitten in de uiterwaarden op een zichtlocatie, dus zodra ik daarmee rond rij zie je de mensen denken ‘oh, daar heb je hem, met z’n gifspuit’. Het verhaal vertellen, dat is belangrijk’.
Van vader op zoon
’T is mooi in deze tijd, dat de zoons het werk van Arnold willen overnemen, en ook hun eigen weg daarin zoeken en vinden. Arnold (69), laat veel over aan de jongens en is zelf ook nog actief. Hij woont zijn hele leven op de boerderij en heeft al veel voorbij zien komen; op het land melken, de melkmachine en de ligboxenstal. Arnold:’Nog altijd word je, ondanks dat er gesproken wordt over kringlooplandbouw, gestimuleerd om groter te worden, anders kan het gewoon bijna niet uit. Ook wij zouden in 2015 eigenlijk uitbreiden en intensiever gaan boeren. Maar ja, dat ging door de fosfaatrechten allemaal niet door. Toen balen, maar achteraf hartstikke blij natuurlijk. We hebben daarna met het hele gezin zitten prakkiseren en daar kwam uit: hoe dan ook, we gaan niet stoppen. Biologisch boeren, dat bleek voor ons de toekomst’.
Job: ‘We doen alles samen, het is een echt familiebedrijf. Arnold melkt nog en we verdelen het werk. Niels en ik werken daarnaast nog 4 dagen in de week buitenshuis. Het is echt heel druk, zeker in sommige perioden, dus wat afbouwen in het werk buiten de deur zou mooi zijn. Maar dat kan nog niet’.
Waar doe je het voor?
Arnold: ‘Je denkt wel eens, waar doen we het voor. Al dat werk, avonden lang. Het levert nu niet genoeg op. Er moet echt een betere verhouding komen tussen natuur, boeren en agrarisch beheer. De overheid zou dat verder kunnen stimuleren en ook meer moeten betalen voor de diensten die boeren aan de natuur kunnen leveren. Het is 5 voor 12, we hebben de mond er allemaal van vol dus dat daar wat tegenover staat is logisch, daar ligt ook een verantwoordelijkheid bij de consument’.
Op de vraag; maar waar doe je het dan voor?, wijst Niels met wijde armen om zich heen. ’Voor dit. Het bedrijf. Voor het gezin, de familie, het met elkaar. Dat het lukt en we weer toekomst hebben. Ik geniet daarvan’. Moeder Toke mengt zich ook: ‘We hebben veel plezier en gelukkig een boel humor, dat maakt het leven een stuk lichter. Lachend aan het werk en door’. En de toekomstdroom? Allen: ‘een gezond en goed lopend bedrijf met elkaar. Helemaal gesloten, zelfvoorzienend zijn, niets aankopen. En dat de melkverzuiveling op gang gaat komen’.
Nou proost, daar drinken we op. Aan de keukentafel, met dat prachtige uitzicht en met een glaasje eigen melk natuurlijk.
(Tekst: Jet Nieboer – foto: Astrid van Loo. Met dank aan verhalenvangster Annelies Jaspers-Knol)
Omvormen in een notendop:
Om van regulier boeren naar biologisch boeren te kunnen omvormen is er een SKAL certificering nodig. SKAL is een onafhankelijk toezichthouder op biologische productie. Het omvormen duurt minimaal 2 jaar en kent een aantal harde voorwaarden. Zo mogen er uiteraard geen chemische bestrijdingsmiddelen meer worden gebruikt, geen kunstmest , is er een limiet gesteld aan het antibioticumgebruik bij de dieren en dient minimaal 65% van het (biologische) krachtvoer voor koeien van eigen grond te komen. Vooral dat laatste is een belangrijk gegeven, want dit houdt in dat er dus ook (veel) grond nodig is. De koeien schakelen het laatste half jaar om naar biologische melk. Mocht je ook vleeskoeien hebben dan duurt dat nog een jaar langer.