Nieuw Rande
In 1853 werd het landgoed Smets Rande aangekocht door de heer Duymaer van Twist, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië tussen 1851 en 1856. Deze kreeg nationale bekendheid door zijn prominente aanwezigheid in het boek ‘Max Havelaar’ van Multatuli. In deze klassieker wordt zelfs gewag gemaakt van zijn ‘heimwee naar een Hollandse buitenplaats’. Die Hollandse buitenplaats, waar Duymaer van Twist rust zocht, was Smets Rande, oftewel Nieuw Rande. De oude naam was echter ‘besmet’ en het huis was bouwvallig, dus besloot hij in 1857 even verderop een nieuw riant onderkomen te bouwen, met een nieuwe naam. Vanaf het oude Smets Rande naar het nieuwe huis werd een beukenlaan geplant. Behalve een beroemde eigenaar kende Nieuw Rande ook een bekende regelmatig terugkerende gast, in de persoon van Thorbecke, de grondlegger van de Nederlandse grondwet.
Huis en tuin moesten de sfeer van Britse grandeur ademen. De Engelse tuinen laat Duymaer aanleggen door de bekende tuinarchitect J.D. Zocher jr., die vooral bekendheid geniet door de aanleg van het Amsterdamse Vondelpark. Een belangrijk onderdeel in de Engelse tuin zijn de reeds voor die tijd aanwezige kolken (als gevolg van dijkdoorbraken) die door Zocher tot een fraaie waterpartij zijn verbonden. Hierbij heeft hij gebruikt gemaakt van de al bestaande hoogteverschillen van de rivierduinen. In 1895, na het overlijden van mevrouw Duymaer van Twist-Beck, wordt het landgoed aangekocht door G.J.Th. baron Stratenus. Hij brengt een aantal veranderingen aan, waaronder de aanbouw van de paardenstal en een ketelhuis. Na zijn dood in 1939 gaat zijn zoon op Nieuw Rande wonen. In de daaropvolgende veertig jaren raakt het landgoed in verval. Het meest kenmerkende uit deze periode is de verbossing, waardoor het landhuis steeds meer aan het zicht onttrokken wordt. Het huis ligt bij tijd en wijle verstopt achter een haag van groot geworden rododendrons. Het oorspronkelijke Zocherpark, met zijn open, Engelse aanleg, verdicht zich steeds meer tot een dicht struik- en boomgewas.