Inventariseren voor goed natuurbeheer

In onze gebieden vind je een groot aantal soorten planten en dieren. Om te weten welke soorten er zijn en hoeveel ongeveer, kun je ze tellen. Dit wordt in onze gebieden vaak gedaan door vrijwillige tellers . Cindy Pesch, Willibrord Schuurman en Rob Bakker, zijn tellers en hebben voor een deel van landgoed ’t Nijendal in Olst een broedvogelinventarisatie opgeleverd aangevuld met een dag- en nachtvlinderonderzoek. Heel waardevol. Inventariseren is namelijk een hulpmiddel voor goed natuurbeheer. Op de verkregen informatie kunnen wij ons beheerplan en de werkzaamheden afstemmen, zodat de natuur nog beter kan floreren.

Cindy, Willibrord en Rob inventariseren op meerdere plekken en voor verschillende organisaties. Ze komen graag in ’t Nijendal. Willibrord; ‘Het is een geweldig gebied, zo divers. De natuur is sowieso fantastisch. Alles hangt met elkaar samen, het aantal vogels, de rupsen en vlinders, het weer, het maaibeleid. Het ecosysteem is ongekend en het mooie is, zodra je de omstandigheden goed aanpast dan zie je soorten die verdwenen waren ook weer terugkomen”.

Waarom doen jullie dit vrijwilligerswerk?
Cindy: als ik ga tellen zeg ik thuis; ‘ik ga even mediteren’. Ik heb een massage- en kapsalon in Olst en ben graag in contact met mijn klanten. Maar buiten maak ik mijn hoofd leeg. Het is ook ontzettend gaaf als ik een nieuw soort ontdek. Dan ga ik echt jubelend weer naar huis. Rob: Mijn Friese pake heeft mij van jongs af aan enthousiast gemaakt voor vogels, ik had vroeger zelf allerlei vogels en Willibrord heeft me geïntroduceerd in het tellen van broedvogels. Willibrord: We leren van elkaar en het is heel nuttig om te doen. Met het inventariseren draag ik op een positieve manier bij aan het overzicht van de biodiversiteit in ‘t Nijendal. We hebben goed contact met IJssellandschap. Met de gegevens uit ons onderzoek wordt in de toekomst rekening gehouden bij het beheer. Dat er echt wat met onze inventarisatie wordt gedaan geeft ons voldoening. (verhaal gaat verder onder de foto)

Hoe tel je?
Willibrord: Cindy is van april tot oktober wekelijks in het gebied te vinden, voor het tellen van de dag- en nachtvlinders. Rob en ik wandelen minimaal 10 ochtenden tussen maart en juli vanaf zonsopgang om de broedvogels te tellen met daarnaast nog extra bezoekjes rond zonsondergang. We hebben een vaste route met telkens een ander startpunt. Rob: we tellen bij zonsopgang want het inventariseren van de broedvogels gaat voor 80% op het gehoor en zo vroeg zijn de vogels nu eenmaal het meest ‘luidruchtig’. In maart gaat het nog wel dan zijn de bomen kaal, maar verder in het voorjaar zitten de vogels meestal verstopt tussen de bladeren. Cindy: vlinders tellen gaat natuurlijk wel op het oog.  Overdag loop ik in het veld en voor nachtvlinders maak ik ’s avonds een opstelling met een tl-licht en opvangbak. Dan kom je de volgende ochtend in alle vroegte kijken wat er die nacht binnen is gevlogen. Zodra het warmer wordt fladderen de nachtvlinders dan vanzelf weer weg. 

Hebben jullie een enorme kennis of zijn daar hulpmiddelen voor?
Willibrord: Door te doen krijg je steeds meer kennis, en we leren van elkaar. Het monitoren gaat via de telrichtlijnen van SOVON* broedvogelonderzoek en de Vlinderstichting. In het veld werk je met een app. Daarmee kun je de vogelwaarnemingen ter plekke invoeren. Op het einde van het broedseizoen wordt alles door SOVON automatisch geanalyseerd. Er zijn ook apps die vogelgeluiden herkennen. Maar het is natuurlijk de sport om die zo min mogelijk te gebruiken. Cindy: Ik fotografeer en als ik het ter plekke niet weet kijk ik het thuis na. Voor vlinders heb je ook een hele goede app. Dat is ideaal, want er zijn 10.000 soorten vlinders in Europa, waarvan ruim 2400 in Nederland voorkomen. Van die 2400 soorten zijn er 53 soorten dagvlinders, de rest zijn allemaal nachtvlinders. Zo’n app is een geweldig hulpmiddel, daarmee kan iedereen inventariseren ook als je nog geen soorten kent.


Wat voor soort broedvogels zijn er en hoe zoek je ze?
’t Nijendal is heel aantrekkelijk én afwisselend, met de Zandwetering, met bos en met open vlaktes. Je hebt er onder andere watervogels, bos- en roof- en struweelvogels. We hebben in totaal 66 broedvogelsoorten geteld, van appelvink tot zwaluw.  Je ziet meer soorten die langs vliegen of een tussenstop maken , maar van 66 soorten weten we zeker dat ze er ook echt broeden. 10 hiervan staan op de rode lijst, en zijn dus redelijk  zeldzaam en kwetsbaar zoals de geelgors en de grauwe klauwier. Je hebt holenbroeders en er zijn bodembroeders, boomnestbroeders en watervogels die op het water hun nest bouwen. We zoeken de nesten niet op, maar zien waar de ouders vliegen en we luisteren naar het geluid van de jongen.

Ha, dus het gaat goed op ’t Nijendal?
Willibrord: Ja, zeker er komen mooie soorten voor. Met bepaalde maatregelen hopen we die nog te verbeteren. Cindy: Sommige vlinders gedijen bijvoorbeeld bij ruigtes, andere juist bij strakkere grasvelden. Dat kunnen we dan met de beheerder, in dit geval IJssellandschap, afstemmen. Rob: We zien wel een toename in de recreatiedruk, door wandelaars, loslopende honden en mountainbikers. Honden zijn bijvoorbeeld onvoorspelbaar in hun gedrag en wijken af van het pad. Een aantal vogels die dichtbij de grond broeden, zoals de houtsnip kunnen hier erg van schrikken. En ook reeën en hazen raken erdoor van slag. Maar een aantal soorten gedijt prima, ook met wat verstoring. Het is belangrijk dat er rustige afgesloten gedeelten blijven. Willibrord: het is ook prettig dat er betrokken boeren op ‘t Nijendal zijn. Ik ben daar laatst aardappelen gaan halen, bij de familie Menkveld, en dan hoor ik dat zij ook nachtvlinder onderzoek doen. Dat is leuk, dat zij ook enthousiast zijn en we onze krachten kunnen bundelen. Als iedereen zijn best blijft doen en zich inzet, dan wordt ’t Nijendal alleen maar nog aantrekkelijker voor nóg meer soorten!   


Gelegen ten zuiden van het dorp Olst, maakte landgoed ’t Nijendal lange tijd deel uit van het nabije landgoed Groot Hoenlo. Nadat het gebied vervolgens vele jaren in het bezit is geweest van Staatsbosbeheer is IJssellandschap eind 2021 eigenaar geworden. Het landschap is er afwisselend met de Zandwetering, oude bossen, akkers en lanen en het kenmerkende Hanzebos met ruige weides en poelen. IJssellandschap beheert het landgoed daarbij geholpen door vrijwilligers en vader en zoon Menkveld die er op biologische wijze boeren.


*Sovon= www.sovon.nl voor feiten over vogels
www.vlinderstichting.nl

JN, dec 2023

Nieuwsbrief