Afgelopen winter is er in de terreinen van IJssellandschap door vrijwilligers en aannemers gewerkt aan een stuk beheer dat echt wel wat extra aandacht mag krijgen: het hakhoutbeheer.
Hakhout is van vroeger uit een beheervorm waarbij men houtgewas niet hoog liet opschieten, maar dicht bij de grond afzette. De stronken ontspruiten dan verder en de gevormde opslag kan worden geoogst.
Verspreid over de terreinen van IJssellandschap liggen meerdere hakhoutpercelen. De grootste in de ‘Negenhoek’, een bosgedeelte op landgoed Oostermaet. Daarnaast op landgoed Spijkerbos bij Olst: in de natte bossen langs de Soestwetering. Ook nog wat kleinere percelen bij Bathmen en op De Hei (Lange Dijk). Allemaal hakhout in een lage en natte omgeving, gecombineerd met water als een vijver, poel of natte rabatten. Overwegend met zwarte els en een enkele es, wilg of berk.
Hakhoutbeheer houdt het bos in een vroeg successiestadium. Het bos krijgt niet de kans om door te groeien naar een climaxstadium met daarin vooral hoge bomen en een gesloten kronendak. In plaats daarvan vindt er regelmatig kap plaats. Hierdoor behoudt het gebied een open karakter. Er is vrij veel lichtinval, waardoor er een warmer microklimaat is dan in oude schaduwrijke bossen. Daarnaast heeft de lichtinval tot gevolg dat er een gevarieerde ondergroei kan staan, met diverse soorten kruiden en lage struiken. Het bos is licht en afwisselend, wat zeer gunstig is voor veel soorten flora en fauna. Interessant dus en dat zie je terug in de soorten!
Veel vlindersoorten hebben baat bij hakhoutbeheer door de continue beschikbaarheid van open zonnige plekken en een groot aanbod aan kruidachtige vegetatie voor nectarvoorziening en als waardplanten. De Vlinderstichting noemt hakhout van waarde voor vlindersoorten als eikenpage, sleedoornpage, bont dikkopje, oranjetipje, boswitje, boszandoog en zilveren maan.
Ook andere soorten insecten hebben voordeel bij de lichte, warme, structuurrijke en gevarieerde omstandigheden in het hakhoutbos. Loopkevers, spinachtigen en duizendpoten vertonen een hogere soortenrijkdom in open hakhoutbossen dan in gesloten oude schaduwrijke bossen.
Het is bekend dat vogels zoals fitis, tjiftjaf, matkop, grauwe vliegenvanger, bosrietzanger, blauwborst, nachtegaal en diverse mezensoorten in grote aantallen kunnen voorkomen in hakhoutstruwelen. Dit is deels te verklaren vanuit de hogere beschikbaarheid van insecten ten opzichte van gesloten bossen, en deels vanuit de hogere vegetatiedichtheid waar soorten zoals nachtegaal de voorkeur aan geven.
We ontdekken steeds meer dat we in het natuurbeheer de laag van struwelen en hakhout niet moeten vergeten. De aandacht gaat vaak uit naar beheer van bloemrijke graslanden, of van bossen. Als je struwelen of hakhout even vergeet, schiet het door en heb je (nog meer) bos. Tijd en aandacht dus! En een dikke pluim voor de mensen die in deze natte maanden zaterdag na zaterdag staan te ‘hakken’.
Door: Gerben Visser, landschapsbeheerder IJssellandschap 2020-05
Dit artikel is ook verschenen in de Natuurwijzer, ledenblad van de IVN